Tussen winter en lente

PAPENSLAG (van onze verslaggever te velde) – In de op één na laatste februarinacht van 2019 kwam een uitgebreide delegatie van de Red Light Group bijeen op de winterse akker van Papenslag om het edele ambacht van het sterrenkijken te beoefenen.

Een periode van fraai zomerweer in februari liep op zijn eind en dan voelen wij amateurastronomen gewoonlijk de sterren als het ware in onze rug prikken, zelfs al is de zon nog niet eens onder. Een rondje WhatsApp was voldoende om een bescheiden volksverhuizing in gang te zetten, en op de vroege avond kwamen uit alle windstreken zwaar beladen automobielen over het landwegje aantuffen.

Paul I (voorzien van Orion Optics 300mm F/5,3 Dobson en kokosmakronen) en Paul II waren present, en uiteraard uw scribent. Marten kwam wat later aanrijden toen de eerste Paul juist weer was vertrokken, zodat het totaal aantal deelnemers op locatie op een aanvaardbaar peil bleef.

Het was een wat nevelige nacht, die met zijn 5°C ronduit kil aanvoelde na die zomerse dag, maar vochtig was het niet, zodat de lensverwarming in de koffer kon blijven. De sterrenhemel was in de overgang tussen winter en lente: Orion en de Grote hond prijkten nog in het zuiden, terwijl de Leeuw al hoog in het oosten was opgeklommen. Zeker aan het begin van de avond deden aan de horizon rondom vele storende lichtkoepels de nachthemel verbleken. Ook hier rukt de lichtvervuiling op: sportvelden, bedrijventerreinen, en niet in de laatste plaats boerenerven baden in het overbodige licht. Mij zal het wel nooit duidelijk worden waarom koeien in een open stal 24 uur per etmaal assimilatieverlichting nodig hebben. Of groeit er wat anders in die stallen?

Enfin, terug naar het métier: de overblijvende Paul had zich met het oog op zijn La Palma-plannen uitgerust met een nieuwe ultralichte SkyWatcher AZ-GTi montering, die in EQ-modus kon draaien op een polar wedge. Bij het uitlijnen op de pool zocht de montering de poolster eerst laag in het zuidoosten, maar na een heilzame reset werkte het ding uitstekend en kon door de 71mm APO met Canon camera het sterrenbeeld Orion worden aangeschoten (zie foto hieronder).

De auteur (voorzien van TeleVue 76 met Starlight SXV-H9 CCD camera op Super Polaris) zocht het obscure sterrenhoopje M46 op, bekend van de planetaire nevel NGC 2438 die daarin schuilgaat. De vintage SP-montering heeft geen GoTo en in het sterrenarme gebied links van Sirius kon van “starhoppen” ook al geen sprake zijn. Dan verricht een Morpheus 14mm groothoek-oculair wonderen en was M46 toch snel gevonden. Daarna restte de klus van camera op telescoop zetten, laptop aansluiten, Nebulosity opstarten het plaatjes schieten (zie foto hieronder). Terwijl de camera fotonen verzamelde was het eindelijk tijd voor koffie met koeken.

Het tweede doel, het Zevengesternte, stond inmiddels al zo laag aan de hemel dat dat weinig toonbaar materiaal meer opleverde.

Paul was de volgende die vertrok en rond 12:30 was het ook voor Marten en de schrijver dezes tijd om de auto in te ruimen en huiswaarts te keren. Een laatste meting met de SQM leverde in het zenit toch nog m 21,02 op. Dat is behoorlijk helder, hoewel de hemel er voor Marten en ondergetekende bepaald niet zo uitzag. Maar dat kan aan het late uur hebben gelegen.

Sterrenbeeld Orion. (foto Paul Colenbrander)
De open sterrenhoop M46 in Puppis (Achtersteven), met de planetaire nevel NGC 2438 (m 11.7).
19-02-2019; 22:50-23:11 UT. 13x120sec., unguided. Optiek: TeleVue 76mm f/6.3 TV-76 + 0.8x telecompressor/field flattener: f/5, Idas LPS P2 filter. Camera: Starlight SXV H9 CCD. Montering Vixen Super Polaris.
Ik heb deze monochrome opname gecombineerd met kleurinformatie uit een oude kleurenfoto uit 2008, door dezelfde TeleVue 76mm. (foto auteur)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *