Je hoeft niet dronken te zijn om ze dubbel te zien

Dubbelster spotten met de Takahashi TSA-102

Pieter Welters

Twee weken geleden heb ik een tweedehands refractor aangeschaft: een Takahashi TSA-102. Bij gebrek aan maan en planeten op de eerste heldere avonden ben ik met dit instrument aan de slag gegaan met dubbelsterren te spotten. Een verrassend leuk tijdverdrijf!

Ik zocht al een tijdje naar een mooie lenzenkijker voor visuele waarnemingen. Spiegelkijkers scoren vanwege hun grotere diameter weliswaar beter bij maan- en planetenfotografie, maar een refractor blijft onverslaanbaar bij het simpele waarnemen: handzaam, goed contrast, ragscherpe, rustige beelden, minder last van seeing. Als je een goeie hebt tenminste. Bij Takahashi mag je daar haast vanuit gaan, bij ‘Accuracy 1/12th wave’ en ‘Airy-disc Strehl ratio 0.992’… Fabrieksopgaven, dat wel. Een individueel interferometrisch testrapport wordt helaas niet bijgeleverd. Ik moet dus Takahashi maar op zijn woord geloven. De TSA-102 wordt overigens niet meer gemaakt; hij is al sinds 2015 uit productie.

De Takahashi TSA-102S.


De afnemende maan kwam pas ver na middernacht op en planeten lieten zich niet zien. Dus heb ik mij in de avonden van 16 april t/m 2 mei kostelijk vermaakt met het dubbelster spotten. Mede met dank aan de Italiaanse dubbelsterrensite Stelledoppie.it: een goudmijn! Elke dubbelster is weer een (aangename) verrassing: helderheidsverschillen al of niet, kleurverschillen, meerdere componenten, simpele en lastige, je raakt niet uitgekeken.

Mijn nieuwe aanwinst lijkt verrassend weinig last te hebben van slechte seeing, zeker vergeleken met mijn Mewlon 210 reflector, die ik vooral voor planetenfotografie gebruik en zelden visueel. Hoe het met de TSA op de planeten gaat moet ik in het najaar uitvinden.

SAO84572 – naar verluidt het ultieme testobject voor 4-duims – was een tip van John Baars op Astroforum. In mijn kijker bij 270x zichtbaar als “pinda”. Ik denk wel dat mijn ‘Tak’ ermee door kan. Ook de grensmagnitude viel me niet tegen. In de Sterrengids 2022, p. 171, staat een opzoekkaartje van de sterren rond NGC6543. Ik kon gisteravond (met perifere blik) een sterretje van m13.1 telkens weer met zekerheid op mijn netvlies vangen. Niet slecht voor een 4-duims en een 62-jarige waarnemer, al zeg ik het zelf.

Terug naar de dubbelsterren. Ik heb schetsen gemaakt van een twintigtal interessante exemplaren aan de lentesterrenhemel, die ik vanuit de tuin heb waargenomen. Ik heb vergrotingen gebruikt van 200x en 270x met TeleVue 20 en 15mm plössl-oculairen op een 5x Powermate van hetzelfde merk.

Theta Aurigae: m 2.6/7.1; 3.6”
Izar (Epsilon Boötis): m 2.5/4,9; 2.8”
Iota2 Cancri: m 6.0/6.5; 1.4”
Zeta2 Cancri: m 5.3/6.25; 1.1”
2 Comae: m6.18/7.4; 3.4”
35 Comae: m5.7/7.2; 1.2”
Delta Geminorum: m 3.55/8.18; 5.5”
Zeta Herculis: m 2.95/5.4; 1.47”
52 Herculis: m 4.84/8.45; 2.02”
SAO 84572 (Hercules): m 7.48/7.87; 1.1”
Algieba (Gamma Leonis): m 2.37/3.64; 4.73”
Iota Leonis: m 4.0/6.5; 1.9”
90 Leonis: m 6.0/7.3; 3.3”
Epsilon Lyrae m5.15/6.10; 2.8”; m5.25 & 5.38; 2.0”
Alula Australis (Ksi Ursae Majoris): m 4.3/4.8; 1.6”
Alula Borealis (Nu Ursae Majoris): m 3.64/10.1; 7”
Sigma2 Ursae Majoris: m 4.87/8.85; 4.6”;
Porrima (Gamma Virginis): m 3.48/3.53; 3.05”
84 Virginis: m5.5/7.9; 2.9”
54 Virginis: m6.8/7.3; 5.4”


Mijn schetsen zijn geen exacte gepositioneerde weergaven. Ik heb de dubbelsterren geschetst zoals ik ze heb gezien en heb me niet bekommerd om waar het noorden is. Alle afbeeldingen zijn in spiegelbeeld door het gebruikte zenitprisma. Gegevens komen van Stelledoppie.it.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *