Ufo? Geen ufo!

DEVENTER – Op de fraaie zomeravond van 19 augustus, zo tegen half tien, stonden Lisette en ondergetekende achter in de tuin naar de vleermuizen te kijken, toen er opeens iets veel geheimzinnigers in de lucht te zien was. Een ufo?

Lisette wees omhoog. “Wat is dat voor ster?” Vroeg ze. “Wega”, zei ik zonder op te kijken. Maar toen ik toch opkeek, zag ik dat dat nooit Wega kon zijn. Die moest daar wel ongeveer staan, zo recht boven ons hoofd, maar deze ster was veel te helder voor Wega: minstens zo helder als Venus en oranjegeel van tint.

Een vliegtuig, een satelliet of het ISS kon het ook al niet zijn, want die bewegen gestaag langs de hemel en dit object stond roerloos stil. Even schoot het woord ‘supernova’ door mijn hoofd, maar die optie verwierp ik direct al weer want dat had dan allang wereldnieuws moeten zijn.

Ik rende naar binnen om mijn vogeltelescoop met statief op te halen: het enige dat ik zo snel op kon zetten. Een minuut later stond ik weer in de tuin achter de recht omhoog gerichte kijker. Het was 21:33. Het object was er nog steeds maar opeens veel minder helder, in feite was hij nu met het blote oog nog maar nauwelijks te zien.

In de kijker zag ik een zilverachtig glimmend bolletje. Het bewoog toch wel, maar uiterst langzaam; niet veel rapper dan de stersnelheid, maar dan meer noordwaarts. Zoiets had ik lang geleden ook al eens gezien: een weerballon, of – met het nieuws van de laatste tijd in gedachten – een Chinese spionageballon. Het voorwerp was voor mij wel ufo af.

Met mijn iPhone uit de hand voor het oculair heb ik zo goed en zo kwaad als het ging een paar foto’s geschoten, waarvan ééntje wonderwel lukte. Er stonden zelfs achtergrondsterren op. Volgens mijn ruwe schatting was het ding zo’n 3 x Jupiter of 2 boogminuten groot.

Foto auteur, 21:33 MEZT met iPhone door Swarovski ETX 65 spottingscope. Wie beter kijkt ziet een puntje linksonder de ballon. Er lijkt dus iets aan te hangen, tenzij het een achtergrondster is. Verderop rechts is ook een achtergrondster te zien. Noord is boven. Klik voor grotere afbeelding.

Aanvankelijk had het object dus zo’n magnitude min 4, maar rond 21:31 – net toen ik binnen was om de kijker op te halen – was de helderheid sterk verminderd, blijkbaar omdat het uit het zonlicht was gegaan.

Ik zette mijn waarneming meteen op Facebook, maar met vraagtekens erbij, immers, je wilt eerst de reacties wel eens zien zonder met een eigen oordeel de discussie meteen al dood te slaan.

Bussloo

Jaap Van ’t Leven van de Volkssterrenwacht Bussloo meldde meteen al dat ook daar het object was waargenomen, nota bene tijdens een lezing over ufo’s … Door de C14 van de sterrenwacht gezien en gefotografeerd, zie onder. Volgens Jaap ook duidelijk een weerballon. Door de grote C14 was ook (visueel) het instrumentenpakket zichtbaar dat onder aan de ballon hing. Op onderstaande foto bevond de ballon zich nog in het zonlicht.

Foto Jan Hazendonk, 21.26 MEZT vanuit Bussloo; Olympus E-M10 Mark II in primair brandpunt van Celestron C14 f/11 Edge; ISO 500, 1/40s belicht.

Commentaar Alex Scholten (Volkssterrenwacht Bussloo):
In de C14 hebben we hem gezien vanaf ca. 21.15 uur en was visueel niet alleen een perfect ronde ballon zichtbaar, maar ook een smalle kabel en een instrumentenpakket dat onder aan de ballon hing. Op de foto is die nog vaag zichtbaar linksonder.
Fraai zijn twee heldere reflectievlekken van het zonlicht zichtbaar (één vanaf de ‘voorzijde’ van de ballon en één van zonlicht dat door de doorzichtige ballon heen vanaf op de ‘achterzijde’ van de ballon ontstaat). De donkere band op de ballon is feitelijk de reflectie/weergave van de horizon!

Hoogte

Een weerballon dus! Je kunt er nog een paar leuke rekensommetjes op loslaten. Omdat de ballon zo te zien om 21:30 uit het zonlicht verdween, 35 minuten na zonsondergang op de grond, moet hij op ongeveer 21 km hoogte hebben gehangen (niet zelf uitgerekend, voor alles is een app).

Uitgaande van de hoogte en de ruw geschatte schijnbare diameter van 2 boogminuten, moet hij ongeveer 15 meter groot zijn geweest.

Venus, een planeet om U tegen te zeggen

Do’s en don’ts van het schieten van Venus in UV

Venus, onze zusterplaneet, werd tot voor kort door de meeste amateurastronomen smalend terzijde geschoven als ‘saai object’. Dankzij UV-doorlaatfilters op de amateurmarkt zijn die tijden veranderd. Maar om teleurstellingen te voorkomen, loont het de moeite om je eerst even te verdiepen in wat je nog meer nodig hebt.

Venus tijdens de avondverschijning in 2023, foto’s auteur.
Venus tijdens de avondverschijning in 2023, foto’s auteur. Naarmate de sikkel van Venus smaller wordt, moet het licht een langere weg door de venusatmosfeer afleggen en wordt het contrast zwakker. UV-opnamen; optiek: Takahashi Mewlon 210, 2x barlow, Astrodon UV filter, DMK 21AU614.AS CCD camera. Doorgaans de beste 60% van ca. 2000 frames. Firecapture -Autostakkert! – Registax – Photoshop. (Klik op de afbeelding voor originele grootte).

Venus, de helderste planeet aan onze hemel, is in de telescoop altijd maar weinig interessant geweest. Dit in tegenstelling tot Jupiter en Saturnus met hun wolkengordels, manen en ringen. Onze zusterplaneet is smetteloos en bijna verblindend wit en laat in de amateurtelescoop enkel haar schijngestalten zien. Dit alles met dank aan de potdichte 100 km dikke dampkring van koolzuurgas en zwavelzuur. Saai toch?

Nou nee. Immers, een paar jaar geleden zijn door verschillende fabrikanten ultravioletfilters op de amateurmarkt gebracht die op efficiënte wijze het UV-licht rond 350nm doorlaten en het zichtbare en infrarode licht blokkeren. Door zo’n filter zie je dus helemaal niets, en dat is ook de bedoeling! Uiteraard is ons oog niet gevoelig voor ultraviolet. Maar denk nu niet dat het vastleggen van UV daarom is voorbehouden aan professionele sterrenwachten of ruimtesondes. Een zes- tot achtduims spiegeltelescoop voldoet al, gecombineerd met een UV-filter, bijv. van de telescopenfirma’s Astrodon of Baader, en een planetencamera, waarvan de meeste nog redelijk gevoelig zijn in het nabije ultraviolet.

Een nieuwe kijk

In UV biedt onze zusterplaneet een heel andere aanblik. Bepaalde wolkenlagen rond de planeet blijken namelijk UV-licht te absorberen. In UV vertoont Venus dynamische wervelende wolkenpatronen die aan Jupiter doen denken en dagelijks veranderen. Weliswaar draait Venus heel traag om haar as (een dag op Venus duurt langer dan een Venusjaar) maar de dampkring – in ieder geval de bovenste lagen – draaien in moordtempo om de planeet: in gemiddeld 4 dagen. Een kleine rekensom leert dat die wolken zich met ca. 400 km/u voortbewegen: dat zijn nog eens stormen!

Overigens: over de oorzaken van zowel de snelle rotatie van de Venusdampkring als van de UV-absorptie is men nog volop in discussie.

Terug naar de filters. Baader – één van de filterfabrikanten – doet het voorkomen alsof hun UV-filter samen met een 15 tot 20 cm-telescoop met een planetencamera voldoende is om de schoonheid van onze zusterplaneet vast te leggen. Maar dat is misschien iets te simpel gesteld. Voor degenen die serieus werk willen maken van Venus, zet ik in dit artikel de benodigdheden op een rij die essentieel zijn om een blauwtje bij onze kosmische buurvrouw te voorkomen.

Telescoop

Veel planeetwaarnemers en -fotografen maken gebruik van apo’s (liefst niet te klein), maar vaker nog catadioptische systemen zoals Maksutovs of Schmidt-Cassegrains (SC’s). Vooral de Celestrons 11 en 14 zijn populair en niet zonder reden, gezien de magnifieke resultaten die hiermee worden bereikt op maan en planeten. Maar deze instrumenten zijn totaal niet ontworpen voor UV-fotografie.

Telescoop
Venus imagingsessie in bedrijf met een Takahashi Mewlon 210. (foto auteur)

Apo

UV heeft namelijk de onhebbelijke eigenschap dat het zich door glas laat tegenhouden, zeker als het veel glas is, zoals in een apochromaat. Glas absorbeert op zich al veel UV, maar het ergste is de coating. Moderne coatings op lenzen voorkomen iedere vorm van reflectie en laten de kostbare fotonen ongehinderd door, wat we immers graag willen. Maar diezelfde coatings blokkeren vrijwel alle UV. Dus, aangezien alle astronomische lenzen gecoat zijn, is de vuistregel dat bij UV-fotografie elke lens in de lichtweg moet worden vermeden.

SC

Ook de SC heeft een probleem: dit is weliswaar een reflector, maar deze heeft een correctieplaat die natuurlijk ook is gecoat. Hetzelfde geldt voor Maksutovs. De kostbare lichtwinst door de enorme opening wordt bij UV terstond tenietgedaan door de coating.

Wat dan wel?

Essentieel is een telescoop die geen lenzen bevat. Allereerst Newtons, maar ook bijv. Cassegrains van het Dall-Kirkham-type. Newtons worden doorgaans weinig voor planeten gebruikt, maar dat kan wel degelijk. Een uitstekende spiegel en dito collimatie zijn essentieel, liefst met een niet te kleine openingsverhouding. Korte newtons presteren vanwege kleine toleranties in de spiegelnauwkeurigheid vaak minder bij sterke vergrotingen. Een lange newton is echter lastig handelbaar. Dall-Kirkhams hebben als voordeel dat ze kort en daarmee hanteerbaar zijn, qua maten vergelijkbaar met SC’s. Voorbeeld is de Takahashi Mewlon, die wordt uitgevoerd in 18, 21 en 25 cm diameter. Bij deze telescopen ben je er zeker van dat alle UV-licht ongehinderd doorkomt. Bovendien zijn dit soort telescopen ook uitstekend toegerust voor ‘normale’ maan- en planeetfotografie.

Barlows en zo

Fotografie in het primaire brandpunt is voor hoge resolutie-planeetfotografie vaak onvoldoende om de gewenste vergroting te behalen. Barlowlenzen of aanverwante systemen zoals de PowerMate van TeleVue zijn ideale hulpmiddelen om de planeet voldoende groot op te blazen.

Maar voor UV-fotografie van Venus gaat die vlieger niet op. Immers, met een barlow introduceer je opnieuw dat verfoeide gecoate glas in de lichtweg. Blijf dus weg van barlows of oculairprojectie. Maar hoe dan wel?

Er is een oplossing, maar die wordt tot dusver niet aangeboden door de telescoopdealers. Er bestaat namelijk glas dat perfect transparant is voor UV: fused silica, ofwel synthetisch amorf kwarts. Optiekfabrikanten als Edmund Optics, die optica leveren voor industriële toepassingen, maken ook lensjes van fused silica voor UV-toepassingen. Nota bene met speciale UV-coating! Het volstaat om bij een dergelijke firma een dubbel-concaaf UV-lensje aan te schaffen van 25mm diameter, een brandpunt van -100mm. Dat is vergelijkbaar met een gewone barlow en levert 2x vergroting op.

Dan moet dit lensje nog wel worden ingebouwd. Het beste is om hiervoor een oude barlowlens van het originele lensje te ontdoen en te vervangen door het UV-lensje. Wie geen ongebruikte barlow heeft liggen kan eens rondkijken op de tweedehandsmarkt of een goedkoop (Chinees) barlowtje aanschaffen.

UV-barlowlens en -filter
Links het UV-lensje gevat in een oude barlow. Rechts het 1¼” UV-filter van Astrodon. (foto auteur)

Nou hoor ik jullie al roepen: maar dat is een enkelvoudig lensje, terwijl een goede barlow een achromaat of zelfs een apochromaat is! Maar in de UV-praktijk is een enkelvoudig lensje geen enkel bezwaar. Omdat een barlowlens dicht op de camera zit, levert deze sowieso slechts een marginale bijdrage in de voorkoming van kleurfouten.

Daarbij is de UV-band waarin we werken maar smal. Aan het korte eind stelt de UV-gevoeligheid van de camera de grens, aan het lange eind het UV-filter. Veel ruimte voor ‘kleurfouten’ is er dus niet.

Zelfs bij het visueel waarnemen van Venus met gebruik van dit UV-barlow heb ik, nota bene bij de felle planeet Venus, geen spoortje van kleurfout kunnen zien.

Seeing

Nu we ons hebben voorzien van de juiste optische hulpmiddelen, komt het laatste essentiële ingrediënt aan de orde: de seeing. Daarover heb ik goed en slecht nieuws.

Laten we met het slechte nieuws beginnen: hoe korter de golflengte hoe meer het licht kwetsbaar is voor atmosferische turbulentie. Niet voor niets schieten veel planeetfotografen in Infrarood. Met UV als zeer kortgolvig licht is dat niet iets om blij van te worden. Zelf heb ik de ervaring dat dat in de praktijk best meevalt. Bij seeing is het vooral belangrijk een goede waarneemplek en het goede moment te kiezen. Eerst het moment: bij de avondverschijning van Venus is dat bij voorkeur de late namiddag, als de zon gezakt maar nog niet onder is. De heftige turbulentie als gevolg van de zonnestraling op het aardoppervlak is dan afgenomen en de atmosfeer komt tot rust. De nachtelijke uitstraling – ook een beruchte seeingverstoorder – is nog niet op gang gekomen en Venus staat doorgaans nog hoog genoeg. Dit ‘gouden uur’ is optimaal voor UV-Venusfotografie.

Wachten op de schemering heeft geen nut. Naarmate Venus lager zakt wordt het UV-beeld snel zwakker. Bij UV neemt de lichtsterkte door verstrooiing veel sneller af dan bij zichtbaar licht.

Dan de waarneemplek: in de schaduw! Wat je beslist moet vermijden is direct zonlicht op de telescoop. Niet alleen kan dit storende reflecties veroorzaken, maar de telescoop wordt door de zon ook eenzijdig opgewarmd, met alle desastreuze gevolgen van dien voor het beeld. Venus opzoeken met GoTo met behulp van de zon kan (Voorzichtig! Zie checklist hieronder), maar wacht met fotografie tot de zon achter bijvoorbeeld een gebouw is verdwenen terwijl Venus nog zichtbaar is.

Bij fotografie tijdens ochtendverschijningen – voor de matineuzen onder ons – geldt het omgekeerde. Richt de telescoop zodra Venus verschijnt, maar wacht met fotograferen tot de planeet zo hoog mogelijk staat. Ook hier moet men uiteraard de schaduw van een gebouw opzoeken.

En dan het goede nieuws. UV is kortgolvig licht en kan – mits de kwaliteit van de optiek het toelaat – een zeer hoge beeldscherpte opleveren, scherper dan bij zichtbaar licht. Diffractieringen zijn zo goed als afwezig. Dat heeft vooral een voordeel bij relatief kleine spiegeltelescopen, die vanwege de centrale obstructie van de vangspiegel op afbeeldingen hinderlijke ringverschijnselen tonen bij scherpe randen, bijvoorbeeld bij Venus en op de maan. Hoe langer de golflengte, hoe hinderlijker. Ik zie bijvoorbeeld veel infraroodopnamen van Venus voorbijkomen met lelijke ringen langs de heldere planeetrand. Bij UV is dat effect te verwaarlozen.

Scherpstellen

Bij UV is de scherptediepte extreem klein. Alles staat of valt bij exact focus, wat vaak pas zichtbaar wordt na stack en bewerking van het geschoten filmpje. Het is dus zaak zeer nauwkeurig scherp te stellen, wat niet meevalt bij een turbulent planeetschijfje op het beeldscherm. Motofocus is daarbij enorm behulpzaam.

Venus overdag

Wie het bovenstaande heeft gelezen zal zich realiseren dat men Venus overdag moet opzoeken. Dat gaat niet zonder hulpmiddelen waarbij een ‘GoTo’ montering eigenlijk onmisbaar is. Daarbij komt de absolute noodzaak dat ieder risico de zon in beeld te krijgen koste wat het kost vermeden moet worden. Volg deze checklist om Venus veilig in beeld te krijgen.

Clear skies!

Derde lustrum in stijl

VROOMSHOOP (5 augustus 2023) – Wie weet het nog? Op 11 juli 2008 werd onze club te Hengelo opgericht. Dat betekent dat de Red Light Group inmiddels 15 jaar en één maand oud is. Tijd om weer eens een lustrum te vieren met een BBQ waarbij ook onze wederhelften waren uitgenodigd.

Het weer was geheel in stijl: net als 15 jaar terug kwam de regen met bakken uit de lucht. Gelukkig bood de veranda van Paul te Vroomshoop volop plaats voor gastronomisch vertier en een videoscherm. Voor telescopische genoegens liet het weer geen enkele ruimte toe.

Daar was door de organisatie op gerekend! De genodigden werden getrakteerd op een magnifiek door Paul C. gemaakt filmisch overzicht van 15 jaar wel en wee van de RLG!

Rest ons nog de organisatie (Paul, Mariëtte, Paul en Constance) te bedanken voor de hartelijke ontvangst en het magistrale BBQ-buffet!

Paul valt in de prijzen

J. der Kinderenprijs uitgereikt aan Paul Colenbrander

GOUDA (van onze verslaggever) – Op zaterdag 1 april vertrokken drie Redlightgroupleden in alle vroegte carpoolsgewijs vanuit Wilp naar het verre Gouda. Gouda?? Jawel! Want in dit afgelegen oord hield de Vereniging Werkgroep Astrofotografie zijn halfjaarlijkse bijeenkomst. De bovengenoemde drie zijn namelijk ook lid van déze club. Maar dat was niet de enige reden…

Bijeenkomsten van de Vereniging Werkgroep Astrofotografie staan zoals altijd garant voor een gezellig weerzien met tal van vakgenoten, pakkende voordrachten boordevol tips en fotoresultaten, het neuzen tussen nieuwtjes en aanbiedingen van astrodealers en niet te vergeten een rijke koffie- c.q. lunchtafel.

Maar de belangrijkste reden om naar Gouda af te reizen was de toekenning van de jaarlijkse J. der Kinderenprijs aan één van ons! Deze prestigieuze prijs was ooit door de vereniging in het leven geroepen als aanmoedigingsprijs voor aanstormend jong talent (what’s in a name), maar heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een oeuvreprijs. De zeldzame eer van deze ‘Oscar van de Astrofotografie’ viel dit jaar toe aan ons Redlightgrouplid Paul Colenbrander.

Uw verslaggever zelf heeft het overigens nooit verder geschopt dan een stokoude nominatie, die op lichtzinnige wijze werd verspeeld onder meer door het niet op tijd betalen van de contributie.*

Maar terug naar de prijswinnaar: na mijn door Bert van Dijk ingefluisterde spontane nominatie was er geen twijfel meer mogelijk over wie de eer zou toevallen. Al zolang de Red Light Group bestaat is Paul enthousiast in de weer zijn deep-skyfoto’s te verbeteren en spaart daarvoor kosten noch moeite. Minstens twee tuinobservatoria heeft hij inmiddels eigenhandig opgebouwd. Zijn instrumentarium kan de vergelijking doorstaan met een modale volkssterrenwacht. Met name zijn deepskyfoto’s vanaf zijn jaarlijks gefrequenteerde La Palma spreken tot de verbeelding. Dat laatste bleek duidelijk uit Pauls pakkende presentatie; dit vulkanische astronomie- en natuureiland kon zich geen betere reclame wensen!

Onze heen- en terugreis van en naar Gouda leverde nogmaals Pauls gelijk op inzake La Palma: de hele dag bleef het oude wijven regenen. Dit weer bracht ons één troost: de hele onderneming heeft ons geen minuut waarneemtijd gekost.

Zie ook Vereniging Werkgroep Astrofotografie, waar de gehele bijeenkomst is terug te kijken.

*Astrobulletin maart 2002, p. 40.

Volgende pagina »